Waterschappen onder Verdrag van Anholt

De waterschappen in Nederland die grenzen aan Duitsland hebben inmiddels een lange traditie van grensoverschrijdende uitwisseling met diverse overheden in de naburige Duitse ‘Länder’ op het gebied van regionaal waterbeheer.

Deze uitwisseling is gestart met de komst van het Grensverdrag tussen Duitsland en Nederland in 1960. Door dit verdrag zijn een permanente grenswatercommissie en enkele subcommissies voor de diverse grensoverschrijdende stroomgebieden ingesteld. Deze commissies komen jaarlijks bij elkaar. Mede door de komst van de Europese Kaderrichtlijn Water zijn de contacten sterk toegenomen. Er zijn diverse grensoverschrijdende informele samenwerkingsverbanden ontstaan, zoals het Grensoverschrijdend platform voor regionaal waterbeheer (GPRW) met secretariaat bij de EUREGIO in Gronau.

Ook worden er regelmatig grensoverschrijdend projecten door de overheden en andere partners aan weerszijden van de grens uitgevoerd. Vanuit deze gegroeide praktijk is er bij de waterschappen behoefte om ook op een formele publiekrechtelijke basis met Duitse overheden samen te kunnen werken, zoals dat voor gemeenten en provincies is geregeld in het Verdrag van Anholt, dat sinds 1993 van kracht is. Daarom hebben de waterschappen op initiatief van Waterschap Rijn en IJssel, in 2021 bij de minister van BZK een verzoek ingediend om op basis van artikel 1:3 de Nederlandse waterschappen aan te wijzen als publiekrechtelijke organisaties waarop dit Verdrag van toepassing is. Nadat eerst de Duitse verdragspartijen hiermee instemden hebben ook de Nederlandse ministers hun instemming verleend en die instemming op 21 december 2022 in het Tractatenblad gepubliceerd en op 1 maart 2023 met een brief aan de Unie van Waterschappen bekrachtigd.

Bron: Waterschap Rijn en IJssel

230329_BPRW_Waterschappen

© GPRW