Wist u dat…? – In gesprek met Jan-Christoph Tonigs

Met onze interviewreeks “Wist u dat…?” nemen we een kijkje achter de schermen van grensoverschrijdende samenwerking op basis van best practises in de EUREGIO. We praten met mensen die zich op verschillende manieren inzetten voor een grenzeloze samenleving in onze regio.

EURGEIO_-_Interview_-_© Jan-Christoph_Tonigs

© Jan-Christoph Tonigs

Voor de editie van vandaag hadden we een ontmoeting met Jan-Christoph Tonigs van klooster Bentlage, die al enkele jaren samen met Nederlandse partners indrukwekkende grensoverschrijdende culturele evenementen organiseert. Het klooster Bentlage ligt in een beschermd natuurgebied aan de Ems in Rheine en biedt aan kunstenaars uit de hele wereld een platform voor hun kunst. De heer Tonigs is al bijna acht jaar de artistiek directeur van klooster Bentlage en heeft als aanvrager en projectpartner in het kader van het INTERREG VA-kaderproject van de EUREGIO al een aantal grensoverschrijdende projecten uitgevoerd, waaronder de meertalige theaterprojecten “WAS IHR WOLLT en MACBETH”, het kunstproject ter herdenking van de 75e verjaardag van het einde van de oorlog “Nooit weer – nie wieder” en het internationale prINT-drukwerkproject.

EUREGIO: Sinds enkele jaren voert u met veel succes grensoverschrijdende projecten uit met verschillende partners in het Duits-Nederlandse grensgebied. Hiertoe behoren mini- en kleinschalige projecten in het kader van het INTERREG VA-kaderproject en projecten in het kader van het INTERREG-gefinancierde kunst- en cultuurproject taNDem. Wat is volgens u de bijzondere aantrekkingskracht en toegevoegde waarde van grensoverschrijdende samenwerking? Hoe bent u op de hoogte geraakt van de financieringsmogelijkheden in het kader van de bovengenoemde programma’s en hoe vindt u uw projectpartners?

Tonigs: Biografisch gezien, begon het voor mij allemaal in 2000. In die tijd werkte ik bij de Filmwerkstatt Münster en was onder andere medeorganisator van het filmfestival van Münster. Er waren al eerste contacten tussen de Filmwerkstatt en een filmhuis in Deventer. Samen met andere partners in de EUREGIO hebben wij een Duits-Nederlands filmprogramma opgezet. Daarvoor had ik eerlijk gezegd niet echt veel met Nederland, maar toen heb ik mijn eerste contacten kunnen leggen en ben ik betrokken geraakt bij de Nederlandse filmkunst en films, wat me ook geholpen heeft om Nederlands te leren. Vanaf 2007 had ik de leiding over het cultuurbureau Münsterland, dat tot doel had de regionale culturele sector te versterken en in een netwerk onder te brengen. Een van de sterke punten van het Münsterland is, zogezegd, de grens met Nederland en zo kwam ik weer in contact met de EUREGIO. Deze aanpak heeft geleid tot het project “GrensWerte”, waarvoor wij met hulp van de EUREGIO een INTERREG-aanvraag hebben ingediend, en vervolgens van 2010 tot 2014 grensoverschrijdend basiswerk hebben verricht met tal van culturele evenementen, waarvan sommige heel eigenzinnig waren.

Ik heb veel plezier in grensoverschrijdend werk met mijn Nederlandse collega’s en vind het super spannend. Wij (Duitsers en Nederlanders) lijken op het eerste gezicht op elkaar, maar toch zijn we ook verschillend – en dat maakt het interessant.

Dankzij de EUREGIO heb ik in Nederland veel contacten gelegd en genetwerkt om de culturele spelers te leren kennen. Ik profiteer hier op vele manieren van, wat mijn werk blijft verrijken.

We zullen een fase van wakker worden moeten doormaken, waarin cultuur een grote rol zal spelen om de mensen weer wakker te schudden en hen te laten zien: “Hé, je kunt de grens weer over. Kijk eens wat daar allemaal is!”.

EUREGIO: De Corona tijd is een bijzonder moeilijke situatie voor culturele actoren. Hoe heeft Corona volgens u een blijvende invloed gehad op het cultuuronderwijs in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking?

Tonigs: Ik vind het heel erg dat we nauwelijks nog de grens over kunnen. Door deze bijzondere situatie is alles weer totaal ver weg.

Terwijl wij dit interview doen, zijn een paar Nederlandse artiesten hier (in klooster Bentlage) omdat we de productie van “HAMLET” aan het plannen zijn. Eigenlijk is dit een absolute uitzondering, die niettemin mogelijk is dankzij zelftests en hygiëneconcepten. Dit is ongelooflijk lastig werken voor ons. Ik hoop dat alle goede contacten die de afgelopen jaren via projecten als taNDem zijn gelegd, niet zo diep in slaap zullen vallen dat zij niet opnieuw leven ingeblazen kunnen worden. Zodra we de pandemie enigszins onder controle hebben, zullen we een fase van wakker worden moeten doormaken, waarin cultuur een grote rol zal spelen om de mensen weer wakker te schudden en hen te laten zien: “Hé, je kunt de grens weer over. Kijk eens wat daar allemaal is!”.

EUREGIO: U heeft in de zomer van 2020 de openluchtproductie van “MACBETH” in een Corona-veilige versie in het Kloster Bentlage opgevoerd en bereidt momenteel de productie van Shakespeare ‘s “HAMLET” voor. Wat heeft goed gewerkt voor “MACBETH” dat u zou willen overnemen voor “HAMLET” en wat moet er misschien anders worden gedaan in de huidige planning?

Tonigs: Eigenlijk was de afgelopen zomer van dien aard dat er helemaal geen culture evenementen konden plaatsvinden. Maar er ging een deur open voor onze theaterproductie omdat we met “MACBETH” precies het juiste product hadden. We zijn mobiel en kunnen in de buitenlucht optreden. Waar al het andere niet werkte, konden wij helemaal opbloeien. In tegenstelling tot de oorspronkelijke versie van “MACBETH” zal de toneelbewerking van “HAMLET” vanaf het begin mobiel en Corona-proof uitgevoerd worden. Dat is precies wat we meenemen van afgelopen zomer.

EUREGIO: Digitalisering is momenteel een zeer actueel onderwerp, zowel op scholen als in het beroepsleven. In hoeverre heeft dit gevolgen voor het culturele onderwijs?

Tonigs: De Corona-situatie heeft de digitalisering op veel gebieden versneld, en dat is zeker een groot pluspunt. Met flexibele digitale vergaderingen zijn we sneller in het gesprek en het verbetert de communicatie. Het is een formaat dat zal blijven, daar ben ik vrij zeker van. Vooral bij grensoverschrijdend cultuuronderwijs is het gemakkelijkere om via digitale ontmoetingen de cultuur van de buurlanden over te brengen dan wanneer je eerst fysiek moet plannen hoe je met de schoolbus de grens over komt. Het is zeker geen alternatief voor echte ontmoetingen, maar de digitale formaten zetten de mensen er op hun beurt toe aan om te zeggen: “Och kom, ik rij even de grens over om er in het echt een kijkje te nemen”.

EUREGIO: Als u terugkijkt op de laatste grensoverschrijdende projecten, wat is u dan het meest bijgebleven?

Tonigs: Vorig jaar hadden we de samenwerking ter gelegenheid van de 75e verjaardag van het einde van de oorlog met het project “Nooit weer – nie wieder”. De boodschap aan beide zijden was dat wij in hetzelfde schuitje zitten en één regio zijn. Dit is eigenlijk een onderwerp dat Duitsers en Nederlanders lange tijd verdeeld heeft gehouden. De ene was de bezetter, de andere was bezet. In de gezamenlijke viering van de vrede zijn wij naar elkaar toegegroeid en hebben wij de waarde, maar ook de gezamenlijke verantwoordelijkheid die wij in dit opzicht hebben, ingezien. Ik denk dat we een heel mooie en belangrijke boodschap hebben overgebracht.

“De grens moet je beleven, er overheen stappen en ermee leven.”

In 2019 hebben we in het project “prINT” kunstenaars en culturele actoren uit in totaal tien Europese landen naar de grensregio gehaald en laten zien hoeveel potentieel en creativiteit er in onze regio is. Natuurlijk heeft dit ook te maken met het landschap, de natuur en vooral met de acteurs. En het was heel bevredigend om te zien hoe enthousiast de mensen van verder weg erover waren.

EUREGIO: Is er iets dat u zou willen meegeven aan mensen in de culturele sector?

Tonigs: Geloof in je creativiteit en in de kracht van kleine dialogen en projecten. Vooral in deze tijd zijn kleine producties haalbaarder en de impact is, denk ik, blijvender dan anoniemere grootschalige projecten. De ervaring voor zowel de artiesten als het publiek is veel sterker en intenser, omdat er zoveel nabijheid is in deze ontmoetingen en een ongelooflijke hoeveelheid kracht, die zich dan diep in iedereen kan verankeren.

Tijdens de pandemie van Corona bestaat het gevaar dat de nationale grenzen, maar ook de grenzen in de hoofden van de mensen, opnieuw worden opgetrokken. In deze tijden lijkt het des te belangrijker om persoonlijke ontmoetingen tussen mensen uit Nederland en Duitsland op alle niveaus van de samenleving te bevorderen, ook digitaal, om de sociale cohesie en de kwaliteit van leven in onze grensregio te behouden en verder te verbeteren.  Wij zijn dankbaar dat mensen als Jan-Christoph Tonigs zich al vele jaren inzetten voor grensoverschrijdende culturele samenwerking in onze grensregio en dat zij zelfs in Coronatijden creatieve manieren vinden om de uitwisseling verder te bevorderen. Wij zien uit naar de komende grensoverschrijdende projecten van de heer Tonigs en anderen werkzaam in de culturele sector in de EUREGIO en wensen hen veel succes bij de uitvoering hiervan.

Dit interview werd gehouden door Selin Keleș.