Wist u dat… EuregioRail zich inzet voor grensoverschrijdende spoorverbindingen?

Bij de nieuwe editie van “Wist u dat…” wordt ingegaan op het thema spoormobiliteit. Een bezoek aan de andere kant van de grens met de trein gaat vaak gepaard met extra overstappen en inchecken bij een andere vervoerder. Maar wist u dat er hard aan wordt gewerkt om een samenwerkingsstructuur op het gebied van spoormobiliteit op te bouwen in Nederland én Duitsland? Het EuregioRail project van het INTERREG programma Deutschland-Nederland zet zich in voor directe treinverbindingen tussen Nederlandse en Duitse steden, zodat het makkelijker wordt om steden aan de andere kant van de grens per trein te bereiken. Het gaat hierbij specifiek om de verbindingen Dortmund-Hengelo en Münster-Zwolle. Projectleider Dinand de Jong en projectmedewerker Tjeu Semmekrot van het EuregioRail project vertelden meer over het belang van het project en waar zij zich bij hun werk mee bezighouden.

In het Euregiorail project gaat het onder andere om het opbouwen van een duurzame Nederlandse-Duitse samenwerkingsstructuur op het gebied van grensoverschrijdende spoormobiliteit. Waarom is dit belangrijk?

“Het is belangrijk om dit integraal aan te pakken, spoorverbindingen horen van stad naar stad goed op elkaar aan te sluiten en de grens mag niet per definitie een extra overstap genereren. Spoorverbindingen zijn eigenlijk organisch, maar wat je veel ziet bij spoorontwikkeling is dat je vaak aangewezen bent op een nationale overlegstructuur, waarin niet iedereen de noodzaak ziet over de grens te kijken. Ieder land is primair gericht op zijn nationale dienstregeling. Er is nog geen echte structurele samenwerking tussen Nederland en Duitsland. Bij EuregioRail is die samenwerking er nu gedeeltelijk al wel, namelijk tussen NWL (Zweckverband Nahverkehr Westfalen-Lippe, de Duitse spoorontwikkelaar) en de provincie Overijssel, maar dit zijn slechts twee spelers in een veel groter systeem.”

Dinand de Jong en Tjeu Semmekrot van het EuregioRail project

Wie zullen er profiteren als deze samenwerking en deze grensoverschrijdende treinverbinding worden gerealiseerd?

“Alle passagiers. Iedereen die in die trein zit en er nu gebruik van maakt of wil gaan maken. De trein zal kortere reistijden hebben en makkelijker te gebruiken zijn. Nu maken vooral de grenspendelaars en studenten ervan gebruik. Als je de reistijd verkort kunnen er nog meer mensen gebruik van maken, ook zij die nu met de auto gaan. Je maakt een goede treinverbinding die een redelijk alternatief is voor de auto. Niet alleen voor de grensplaatsen, het wordt ook makkelijker om vanuit bijvoorbeeld Münster naar Zwolle of andere plaatsen in Nederland te reizen zonder dat men elke keer moeten overstappen. De trein nu is een stoptrein die stopt bij veel haltes. De bedoeling is dat er naast een stoptrein ook een intercity (Regional Express) gaat rijden. Dan zouden er ook minder haltes zijn, waardoor de intercity wat harder kan rijden. Nu is het nog een dieseltrein, een elektrische trein gaat sowieso sneller en kan ook meer passagiers meenemen.”

Als we het hebben over dieseltreinen en elektrische treinen is een daarbij aansluitende vraag of er bij dit project ook nog aan het milieu wordt gedacht?

“Ja. Aan zowel Nederlandse als aan Duitse kant is dit een belangrijk aspect. Aan de Duitse kant wordt het spoor geëlektrificeerd. Aan de Nederlandse kant is het spoor al geëlektrificeerd en de treinen rijden energie-neutraal. De lijn Dortmund-Enschede wordt niet geëlektrificeerd, maar wel verduurzaamd door met batterijtreinen te gaan rijden. Daarnaast wil je ook voldoen aan de Europese eisen met betrekking tot een schoner en milieuvriendelijker vervoer.”

Is er verder nog een economische meerwaarde aan dit project?

“Jazeker, je reist in minder dan een uur tussen Münster en Enschede. Dit is gunstig voor bijvoorbeeld woon-werkverkeer. Dan wordt de wereld veel kleiner. Ook biedt het veel meer mogelijkheden voor recreatief reizen. Uit onderzoek blijkt dat je voor woon-werkverkeer eigenlijk nooit langer dan een uur wilt reizen. Als het langer is ga je of verhuizen of je neemt een andere baan. Dus als je die reistijd verkort dan verander je de regio in positieve zin met grote economische voordelen voor het vestigingsklimaat, de arbeidsmarkt, maar ook voor studenten en recreatief verkeer. Er wordt ook gekeken om bij de lijn Dortmund-Enschede niet Enschede, maar Hengelo eindpunt te maken van de trein, waardoor Hengelo het internationale treinstation van de regio wordt met 4 internationale spoorverbindingen. Zo ben je op grotere schaal met elkaar verbonden en dat is natuurlijk de bedoeling.”

Dat zijn hele positieve punten en concrete voordelen. Is er ook voldoende draagvlak in de Nederlandse en Duitse (lokale) politiek voor dit project?

“Het draagvlak is er zeker. Er zijn ook veel partners als co-financier bij betrokken uit de regio. Dan hebben we het over gemeentes zoals Enschede, Almelo, Hengelo, regio’s als Twente, Zwolle en de Achterhoek, maar ook aan Duitse kant heb je Kreisen zoals Steinfurt, Borken en de Stadt Münster en Stadt Osnabrück die het project steunen. Het belang voor betere grensoverschrijdende verbindingen in de regio wordt vanuit de regionale politiek dus wel ingezien.”

DE_NL_Vlaggen

Hoe verloopt de Nederlands/Duitse samenwerking bij dit project tussen de betrokken provincies, gemeenten en andere partijen?

“Het gaat eigenlijk steeds beter. Er zijn natuurlijk echt cultuurverschillen, zoals taalproblemen en technische verschillen, dat heeft gewenning nodig. Ook wordt er nog gesproken vanuit verschillende invalshoeken. De ambities aan beide kanten van de grens moet op elkaar afgestemd worden dus dat is ook een ding. Dat gaat niet vanzelf en ook niet altijd even makkelijk, maar we zetten wel degelijk stappen. Daarnaast leer je natuurlijk ook van elkaar. Het is altijd in het begin bij een nieuwe samenwerking even kijken hoe je als partijen op elkaar aansluit. Je begint aan een project, hebt allemaal ambities en het ziet er heel mooi uit, maar hoe verder je in details treedt, hoe vaker je dan ook wel tegen dingen aanloopt die dan weer opgelost moeten worden. Uiteindelijk maakt dit de samenwerking ook weer sterker.”

Foto_Station_Enschede

Het spoor moet niet meer ophouden hier in Enschede

Een directe verbinding tussen Zwolle en Münster speelt een belangrijke rol bij het project. Welke aanpassingen zullen nodig zijn om deze directe treinverbinding tussen Zwolle en Münster te realiseren?

“Aan de Duitse kant wordt het spoor geëlektrificeerd. Dat is al een hele operatie. Daarbij komt nog station Enschede, waar een aantal aanpassingen op het station moeten worden uitgevoerd. Er is bijvoorbeeld een spoorwegovergang voor voetgangers met stootblokken die leidt naar een fietsenstalling en ja dat kan niet meer als het spoor door gaat lopen. Op dit moment hebben we een Duitse trein uit Münster die stopt voor de OV-poortjes, de Nederlandse treinen rijden verder achter de poortjes. Het is nog een vraagstuk wat voor oplossingen we hiervoor kunnen bieden op het gebied van ticketing. Daarnaast is een verdubbeling van het enkelspoor nodig tussen Zwolle en Wierden en dat is een grote investering. Deze is echter wel nodig, vooral ook met het oog op de ontwikkeling van de as Zwolle-Enschede. Ook zouden knelpunten verholpen moeten worden tussen Wierden en Hengelo en moeten perrons verlengd worden en passeersporen gemaakt worden.”

Wat is volgens jullie de concrete meerwaarde van een Duits/Nederlandse samenwerking? Hoe zien jullie dat terug bij jullie werk?

“Een echte meerwaarde is dat we door samen te werken met Nederlandse en Duitse organisaties twee verschillende aanpakken leren kennen, de Nederlandse en de Duitse aanpak. Tegelijkertijd werken we gezamenlijk aan hetzelfde doel, namelijk grensoverschrijdende spoorverbindingen creëren. We werken daardoor niet in één kader, maar zien ook hoe het anders kan. Je wordt bewuster van de achtergrond wat er binnen je vakgebied gebeurd en je gaat kritischer kijken naar keuzes die binnen een aanpak gemaakt worden, omdat je ziet dat de ene werkwijze in Nederland wel werkt, maar in Duitsland niet, of omgekeerd. Je leert op deze manier heel veel van de verschillende beleidsprocessen aan beide kanten van de grens. Op het gebied van internationale spoorontwikkeling is dit een mooie stap.”

Wat zou het meest ideale toekomstscenario zijn wat betreft de spoorwegverbindingen tussen Nederland en Duitsland?

“De ontwikkeling van een spoor houdt natuurlijk nooit op. Als je een nieuwe spoorverbinding aanlegt dan is het aantrekkelijk voor meer mensen om in de steden die erdoor verbonden worden te gaan wonen en dan krijg je ook weer meer wensen voor nieuwe spoorontwikkelingen. Op de lange termijn kun je niet zeggen het is klaar, maar waar wij ons op dit moment binnen dit project op richten zijn de twee verbindingen Zwolle-Münster en Hengelo-Dortmund. Als met dit soort projecten genoeg perspectief wordt geboden voor de toekomst dan gaan we zeker de goede kant op.”

Het project EuregioRail wordt in het kader van het INTERREG-programma Deutschland-Nederland uitgevoerd en door de Europese Unie, de provincie Overijssel en het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie (MWIDE) van Noordrijn-Westfalen financieel ondersteund.

Het interview werd uitgevoerd door Carmen van der Sluis en Tom Groenewold.

(Publicatiedatum 28.10.2020)