Wist u dat… Europa bijdraagt aan de volksgezondheid in onze regio?

Met de nieuwe reeks “Wist u dat…?” geven wij een kijkje achter de schermen bij Nederlands-Duitse samenwerkingsprojecten aan de hand van best practice voorbeelden in de EUREGIO. Wij spreken met mensen die zich op verschillende manieren inzetten voor een grenzeloos samenleven in onze regio. In iedere editie van “Wist u dat…” komt een nieuw thema aan bod.

Deze eerste editie gaat over oppervlaktetechnologie en het INTERREG-project S2M (Sustainable Surfaces en Membranes). Het hoofddoel van dit project is het ontwikkelen van antibacteriële coatings. Deze kunnen buitenshuis en in hygiënisch gevoelige gebieden waar bacteriën zich niet mogen verspreiden worden gebruikt. In een interview met Prof. Dr. Gregor Luthe uit Gronau gingen wij dieper in op het project S2M. Vol enthousiasme sprak hij over de grensoverschrijdende samenwerking en wat het project de grensregio gebracht heeft.

(Foto, v.l.n.r.: Andreas Kwekkeboom, Dr. Hans-Joachim Weintz, Carmen van der Sluis, Prof. dr. Gregor Luthe, Dr. Matthias Bischoff)

INTERREG-project_S²M_-_Bezoek_Luftkurholz_v.l.n.r._Andreas_Kwekkeboom_Dr._Hans-Joachim_Weintz_Carmen_van_der_Sluis_Prof._dr._Gregor_Luthe_Dr._Matthias_Bischoff_Enschede_1

Grensoverschrijdende initiatieven kunnen onder bepaalde voorwaarden subsidies ontvangen uit het EU-subsidieprogramma INTERREG. Dit programma draagt bij aan het wegnemen van de grens als obstakel en probeert de innovatiekracht van de hele grensregio te verhogen. Hoe bent u met het INTERREG-project S²M in contact gekomen?

Het project is geïnitieerd door het Netzwerk Oberfläche NRW, dat innovatieprocessen in de oppervlaktetechniek voorstelt en bevordert. In dit netwerk discussiëren de aangesloten bedrijven over problemen en vraagstukken. Deze worden vervolgens geformuleerd en ingediend als projectvoorstellen. Alleen op deze manier kon het INTERREG-project S²M uitgevoerd worden. Via Netzwerk Oberfläche heb ik ook Dr. Hans-Joachim Weintz leren kennen met wie ik het project Luftkurholz heb ontwikkeld dat gebruik maakt van door de EU gefinancierde kolen.

Momenteel werkt u aan de ontwikkeling van een antibacteriële lak. Hoe werkt dit product precies?

Het doel van de lak is het reduceren van multiresistente bacteriën (MRSA). Het gevaar van schadelijke micro-organismen wordt vooral veroorzaakt door hun exponentiële groei en vooral mensen met een verzwakt immuunsysteem zijn erg gevoelig voor deze organismen. Als de bacteriën in contact komen met de lak dan ontstaat er een elektrisch effect, waardoor bacteriën niet kunnen overleven. De lak is als het ware een elektrische stoel voor bacteriën.

Welke terreinen ziet u als toepassingsgebieden voor deze antibacteriële lak?

De lak kan op veel verschillende terreinen worden ingezet. Vooral in ziekenhuizen speelt de strijd tegen multiresistente bacteriën een steeds grotere rol. Daarnaast biedt de lak veel voordelen voor bijvoorbeeld sanitaire voorzieningen, bejaardentehuizen, klinieken etc. De lak wordt onder andere aangebracht op deurkrukken, bedframes, waterkranen en handgrepen. Dit zijn allemaal dragers van bacteriën en ziektekiemen. Als iemand iets aanraakt bij een deur en vervolgens zijn of haar gezicht aanraakt dan kunnen de bacteriën zich al razendsnel verspreiden en vermenigvuldigen. De lak helpt dit te voorkomen.

Daarnaast is er voor de maritieme sector al een antibacteriële lak ontwikkeld. De lak wordt aangebracht op scheepsrompen en doodt de algen die blijven vastplakken aan de romp. Zonder de antibacteriële lak groeien de algen maar door, waardoor een boot enorm veel extra gewicht met zich meedraagt en vervolgens meer brandstoffen nodig heeft. Ook voorkomt de lak dat er meer microplastic in het water terecht komt. Met het blote oog is microplastic nauwelijks te herkennen, maar het komt wel terecht in drinkwater of in de vissen, die wij ’s avonds op ons bord krijgen. De vraag naar deze lak was zo groot dat ik het bedrijf ItCoating in Gronau kon oprichten. In februari 2019 werd dit multiculturele bedrijf geopend en ondertussen hebben we al 8 medewerkers.

U groeide op als zoon van een metselaar en leerde dit vak. Hoe bent u op het idee gekomen om scheikunde te gaan studeren?

Ik kon niet beslissen. Ik studeerde toentertijd wiskunde, theologie, natuurkunde en biologie. Wiskunde is een hulpwetenschap, in de theologie zijn er veel interessante vraagstukken, maar je krijgt nergens echt antwoord op en de biologie vond ik te beschrijvend. Toen bleef scheikunde over. Hierbij heb je kennis nodig van natuurkunde, biologie, geneeskunde, farmacie etc. Daarom heb ik ook bij mijn tweede PhD gekozen voor het vak van de toxicologie. Scheikunde is echt de kroon op de wetenschap.

In hoeverre dragen uw vaardigheden en kennis in de ambacht bij aan uw werk als chemicus en toxicoloog?

Scheikunde is ook een ambacht, je vormt iets. In het verleden kende ik geen scheikundigen, maar ik geloof ook dat meer mensen het vak zouden studeren als scheikunde niet als schoolvak bestond. Op school was er geen verband met de werkelijkheid. In de realiteit kun je echter de toekomst vormgeven met scheikunde. Bij grote milieuvragen komt er veel scheikunde en creatief denken bij kijken.

Wat is volgens u de concrete meerwaarde van de Nederlands-Duitse samenwerking?

Nederlanders zijn in tegenstelling tot Duitsers niet zo gefocust op de perfecte oplossing. Het optimistische pragmatisme van de Nederlanders en het nogal conservatieve perfectionisme van de Duitsers vullen elkaar bijzonder goed aan. Nederland en Duitsland zijn een goede combinatie en samen bereiken ze meer dan alleen. Je moet juist profiteren van de grens.

Bent u van plan om in de toekomst opnieuw deel te nemen aan projecten van INTERREG?

Ja! Binnen de scheikunde kunnen nog veel prestaties worden behaald. We hebben bijvoorbeeld al een oplossing gevonden tegen de symptomen van het contact met de eikenprocessierups. De oplossing is steenkool dat zo fijn is gemalen dat het in de poriën van de huid terechtkomt. Het moet vervolgens 1 keer per dag worden aangebracht. Zonder de subsidies vanuit Europa had dit product echter nooit bestaan, omdat we zelf niet het geld hadden om de noodzakelijke onderzoeken te doen.

Prof. Luthe, bedankt voor dit gesprek!

Interview door Carmen van der Sluis.