Met haar oprichting in 1958, heeft de EUREGIO baanbrekend werk verricht. Het was vooral de noodzaak van de grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling die vervolgens leidde tot een grensoverschrijdende samenwerking.
Zowel in Duitsland als in Nederland konden de grensgebieden door hun perifere ligging en sociaaleconomische situatie vaak niet profiteren van de ontwikkelingen in de rest van het land. De grensgemeenten hebben hun positie versterkt door gezamenlijk op te treden. In het begin concentreerde men zich op laagdrempelige en door de politiek gedragen vraagstukken, zoals de ontmoeting tussen burgers door middel van culturele, sportieve en artistieke evenementen of de aanleg van fietspaden. Later zetten de twee landen zich samen in voor de verbetering van de toegankelijkheid van het grensgebied en de versterking van de economie. Thema’s die ook nu nog actueel zijn in de EUREGIO. Tegenwoordig werken 128 Nederlandse en Duitse gemeenten, (Land-)Kreise en waterschappen in de EUREGIO samen.

Alfred Mozer brengt mensen bij elkaar
Alfred Mozer (journalist en politicus, 1905-1979) was een hartstochtelijk voorstander van de Europese gedachte en pionier van het EUREGIO-idee. Hij hield in 1954 een toespraak in Bocholt waar hij opriep tot Europese eenwording. Om dit te bewerkstelligen zouden natiestaten bereid moeten zijn hun soevereiniteit af te staan. Zo stelde hij: ‘‘Wie een omelet wil bakken, moet eerst de eierschalen kapotslaan.’’ Dit betekende niet dat Mozer alleen een top-down proces van Europese integratie voor ogen had, maar met name ook verdere autonomie voor regionale overheden die rekening zouden moeten houden met het vervagen van de grenzen. Volgens Mozer zou de EUREGIO hieraan een relevante bijdrage kunnen leveren. De EUREGIO is al decennialang bezig met het versterken van de positie van het grensgebied en het wegnemen van vooroordelen en horden. In 1974 heeft Mozer over de noodzakelijkheid om samen te werken in het EUREGIO grensgebied het volgende gezegd:
‘‘Wij moeten in dit gebied leren niet met de rug naar elkaar toe te staan, maar elkaar het gezicht toe te wenden. Het is van het grootste belang dat wij beseffen dat er problemen zijn die binnen de landsgrenzen niet meer zijn op te lossen, maar waarvoor wij zijn aangewezen op samenwerking met de overige Europese landen.’’
In de vroege jaren ‘70 werden de grensoverschrijdende sociaal-culturele activiteiten door het EUREGIO-Mozer-programma in het leven geroepen. Deze werden vernoemd naar Alfred Mozer. Mozer zag er de noodzaak van in om Europese integratie bottom-up te bevorderen. Hij was ervan overtuigd dat de mensen eerst elkaar moeten leren kennen en vertrouwen om samen te kunnen werken. Hij haalde veel voldoening uit het werken op regionaal niveau. Een citaat uit 1973 weerspiegelt dit goed: ‘‘In Brussel heb ik geleefd van bedrukt papier, maar hier heb ik weer met mensen te maken, en dat is verduiveld leuk.’’ Hij steunde daarom de grensoverschrijdende ontmoetingen van burgers. Voorbeelden van deze ontmoetingen zijn onder andere het organiseren van taalcursussen, jeugdfeesten, seniorenuitwisselingen, sportfeesten, contactdagen voor ambtenaren, schooluitwisselingen en het ondersteunen van grenspendelaars.
Verdrag van Anholt
Het Verdrag van Anholt is een belangrijke mijlpaal geweest voor de verdere ontwikkeling van de EUREGIO als organisatie. Vertegenwoordigers van de Nederlandse en Duitse regeringen als ook van de Duitse bondstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen wilden door middel van dit verdrag de bestuurlijke grensoverschrijdende samenwerking op lokaal en regionaal niveau verder vergemakkelijken. Het verdrag werd in Isselburg in 1991 ondertekend door de minister-president van Nedersaksen Gerhard Schröder, de minister-president van Noordrijn-Westfalen Johannes Rau, De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek en de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales. Eerst was men van plan om het verdrag te ondertekenen bij het hoofdkantoor van de EUREGIO in Gronau. Echter, kozen de vertegenwoordigers van de nationale staten en deelstaten ervoor om de plechtigheid te houden in het kasteel Anholt.[1] Het verdrag trad in werking in 1993.
Voorbeeld voor de grensregio’s en een nieuwe realiteit
De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher (1927-2016) stelde dat de samenwerking tussen Nederlandse en Duitse gemeenten in het grensgebied een voorbeeld was voor alle grensregio’s.[2] De toenmalige Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales (1931-1994) was een sterk voorstander van het Verdrag van Anholt, omdat het volgens haar een nieuwe realiteit onderschreef die de jaren daarvoor was vormgegeven. In deze nieuwe realiteit zijn steeds meer onderwerpen die eerst buitenlandse aangelegenheden betroffen, Europese binnenlandse aangelegenheden geworden. Vandaag de dag zien we dat haar observatie nog steeds klopt en dat er binnen de Europese Unie stap voor stap intensiever met elkaar wordt samengewerkt. Dales beschreef in 1991 verscheidene positieve ontwikkelingen die konden plaatsvinden door de mogelijkheid om publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden op te richten in het grensgebied: versterking van de effectiviteit van samenwerking in het grensgebied, versterkte democratische controle over grensoverschrijdende samenwerking en het tot stand brengen van meer stabiliteit en structuur in samenwerkingsrelaties. De ondertekenaars van het verdrag wilde de grensoverschrijdende samenwerking vergemakkelijken, omdat dit positief zou zijn voor de sociaaleconomische situatie van het grensgebied. Het faciliteren van grensoverschrijdende samenwerking zou verder ook moeten leiden tot een versterking van het concurrerende vermogen van gemeenten in de grensstreek. Daarnaast zijn de effecten van het verdrag nog veel breder, omdat het ook mogelijk maakt dat havensteden, zoals Rotterdam en Duisburg, intensiever kunnen gaan samenwerken.
Publieksrechtelijke rechtspersoon & Interreg
De voormalig voorzitter van de EUREGIO, Wim Schelberg, verklaarde zeer tevreden te zijn over de ondertekening van het verdrag. Zo stelde hij tegen de krant Tubantia, in mei 1991, het volgende:
‘‘We kunnen nu eindelijk af van de ingewikkelde juridische structuur waar we als EUREGIO mee zitten opgescheept. Nu dit staatsverdrag er is, waarin twee landen erkennen dat je over de grens heen publiekrechtelijke rechtspersonen kunt vormen, kan onze samenwerking een formele basis krijgen, met alle voordelen vandien’’.[3]
Een direct gevolg van het verdrag was de toekenning van een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Door de wijziging van de rechtsvorm voldoet de EUREGIO aan de juridische eisen die zijn gesteld om Europese programma’s en projecten te mogen uitvoeren en financiële middelen te ontvangen. Door middel van het publiekrechtelijke karakter wordt de overdracht van taken op het gebied van het management van subsidiemiddelen ook formeel-juridisch gewaarborgd.[4] De Europese Unie heeft in 1990 het Interreg-subsidieprogramma in het leven geroepen om de interne en externe grensregio’s van de Europese Unie te ondersteunen bij het integratieproces en hun economische ontwikkeling te bevorderen. Zonder deze subsidie hadden veel projecten in het grensgebied de afgelopen jaren mogelijk geen doorgang kunnen vinden.
De EUREGIO was tot 2016 een vereniging naar Duits recht en bezat een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Dit betekende echter dat de Nederlandse aangesloten gemeenten van de EUREGIO officieel geen lid mochten zijn van deze vereniging. Daarnaast hadden de Nederlandse gemeenten officieel gezien ook geen stemrecht binnen het bestuur van de vereniging. De EUREGIO zocht naar een oplossing voor dit probleem. Het Verdrag van Anholt heeft er mede voor gezorgd dat de EUREGIO sinds 2016 een publiekrechtelijk openbaar lichaam met een speciale binationale structuur is geworden. Voor zover het Verdrag van Anholt geen andere bepalingen bevat, geldt volgens dit verdrag voor de EUREGIO het recht van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, omdat de zetel in Gronau is.
Achtergrond Verdrag van Anholt (1991)
De oorsprong van het Verdrag van Anholt is gebaseerd op de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten. Deze overeenkomst was gesloten op initiatief van de Raad van Europa en werd opgesteld in Madrid in 1980. In 1981 hebben zowel Duitsland als Nederland deze overeenkomst geratificeerd. Met deze overeenkomst hebben de deelnemende Europese landen zichzelf verplicht om grensoverschrijdende samenwerking te vergemakkelijken en te bevorderen in het grensgebied. Het Verdrag van Anholt bouwde niet alleen voort op de overeenkomst uit 1980, maar ook op een verdrag tussen de Duitse deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen uit 1969 en een verdrag tussen de Benelux-landen uit 1986. Deze verdragen hadden ook als doelstelling om grensoverschrijdende samenwerking te versterken. Het Verdrag van Anholt diende ertoe om eerdere verplichtingen en doelstellingen in de praktijk verder te doen toepassen.[5]
[1] ‘‘Minister Dales: Grens vervalt niet maar wordt wel minder hinderlijk,’’ Tubantia, May 24, 1991.
[2] ‘‘Staatsvertrag beschreibt die tägliche Praxis: Außenminister Genscher lobt das Erreichte als vorbildliches Modell für alle Grenzregionen,‘‘ Westfälische Nachrichten, May 24, 1991.
[3] ‘‘Minister Dales: Grens vervalt niet maar wordt wel minder hinderlijk,’’ Tubantia, May 24, 1991.
[4] ‘‘Minister Dales: Grens vervalt niet maar wordt wel minder hinderlijk,’’ Tubantia, May 24, 1991.
[5] Begründung Anholter Abkommen, 1-3 en 7-8.


Mijlpalen van de EUREGIO
- 1958: Oprichting van de EUREGIO
- 1971: Eerste grensoverschrijdende commissie met een budget (EUREGIO-Mozer-programma)
- 1972: Eerste grensoverschrijdende actieprogramma, uniek in heel Europa
- 1978: Oprichting van de EUREGIO-Raad, op advies van prins Claus
- 1985: Oprichting van een eerste gezamenlijk secretariaat aan de grensovergang Gronau-Enschede
- 1987: Eerste actieprogramma, met maatregelcatalogus en financieringsovereenkomsten; daarmee de voorloper van het INTERREG-Programma van de Europese Unie
- 2008: Vijftigjarig jubileum van de EUREGIO
- 2008: Bezoek van koningin Beatrix en bondspresident Köhler aan de EUREGIO
- 2010: Vastleggen van de EUREGIO strategie 2020
- 2016: EUREGIO wordt Nederlands-Duitse Gemeenschappelijke regeling
- 2018: De EUREGIO viert haar zestigste verjaardag
- 2020: Vastleggen van de EUREGIO strategie 2030