Binnen het grensoverstijgende project DIWA (Drought Strategies in Watermanagement – Nederlands: droogte strategieën in waterbeheer) werken Duitse en Nederlandse agrariërs samen met Kreis Borken en Waterschap Rijn en IJssel aan water vasthouden in het gernsgebied om een betere balans tussen te nat en te droog te bewerkstelligen. In het kader van deze gebiedspilot ‘Water vasthouden in het grensgebied’ is op 5 november 2025 zowel aan Nederlandse als Duitse zijde een veldbezoek gebracht.

Droogte, wateroverlast en extreme weersomstandigheden trekken zich niets aan van grenzen: EUROPE CLOSE UP | #01 | EUROPA’S ANTWOORD OP KLIMAAT EN RAMPEN . Met het doel om van elkaar te leren over water vasthouden, trokken Nederlandse en Duitse boeren onlangs gezamenlijk op. Hoe gaat de ander om met toenemende droogte door klimaatverandering?
Onder begeleiding van Waterschap Rijn en IJssel en het Duitse Kreis Borken bezochten ruim twintig agrarische ondernemers elkaars bedrijven, om zich over succesvol geïmplementeerde maatregelen voor water vasthouden te laten informeren. De dag maakte duidelijk dat samenwerking en begrip tussen boeren en waterbeheerders essentieel zijn voor een toekomstbestendig watersysteem.
Leren van elkaar: perceel en gebied in balans
De ontmoeting liet zien dat Nederland en Duitsland veel van elkaar kunnen leren op het gebied van water vasthouden. Want er zijn overeenkomsten, maar ook verschillen. ‘Wij leren van Duitse boeren en zij leren van onze ervaring,’ aldus een van deelnemers.
In Nederland groeit de aandacht voor maatregelen op perceelsniveau, iets wat in Duitsland al langer standaard is. Denk aan gestuurde drainage, waarmee de Duitse akkerbouwer mevrouw Wolfering-Lewing haar maisopbrengst zag groeien, ondanks droogte. Met de gestuurde drainage houdt zij water langer vast in de bodem. Door voldoende vocht in de bodem worden nutriënten beter opgenomen. Dat zorgt voor een betere gewasopbrengst en een betere waterkwaliteit.
Duitse waterbeheerders en boeren keken met interesse naar de gebiedsgerichte aanpak die in Nederland vaker wordt toegepast. “We willen de Nederlandse aanpak voor het onderzoeken van de bodemopbouw en het natuurlijke watersysteem, in het kader van het project, samen over de grens brengen. We hebben hier al een eerste stap in gezet;” zegt de heer Wielers van Kreis Borken.
De excursie begon bij een Nederlandse melkveehouder de heer Donselaar die samen met melkveehouder de heer Nijrolder en de heer groot Kormelinck sinds het droge jaar 2018 meerdere maatregelen genomen hebben via Elke druppel de grond in | Waterschap Rijn en IJssel en samen werken in het DAW Impuls Vragender-Lievelde . De heer Donselaar: ‘We staan bij een aangelegde stuw in de sloot van het waterschap. Drie weken geleden zaten alle plankje nog in de stuw, waarmee het waterpeil maximaal wordt gestuwd. Nu is er één plankje uit omdat het waterschap anders het maaionderhoud aan de sloot niet kan uitvoeren.’ Op de zandgronden hier blijft water vasthouden moeilijk, maar de stuw helpt om het water langer in de bodem te houden. ‘Zelf ben ik in 2019 begonnen met een stuw. Als de regen uit blijft is het hier snel droog en we kunnen hier niet beregenen vanwege de keileem in de ondergrond die tientallen meters die zit. In 2023 heb ik samen met het waterschap de bodem van de sloot ondieper gemaakt. Dat werkt prima, zegt de heer Nijrolder. Het nemen van maatregel gaat in stappen, zodat boeren hier in de bedrijfsvoering mee om kunnen gaan.
De heer groot Kormelinck heeft zelf ook maatregelen genomen: ‘Het is fijn dat je de ruimte krijgt om samen te ontdekken wat wel en wat niet werkt én je hebt daar ook je buren bij nodig. Dat gaat niet vanzelf en heeft vaak tijd nodig.’
De stuw kon op enthousiasme rekenen van de Boden- und Wasserverbände. ‘De stuw is een simpele maar perfecte maatregel. Wij willen dat ook inzetten om ons te wapenen tegen droogte,’ aldus de heer Kortbuß.
Na een gezamenlijke lunch, die ruimte bood voor een levendige uitwisseling, bezochten de deelnemers de twee bedrijven Holters en Wolfering-Lewing in Ahaus-Alstätte. Daar vertelden beide boeren, die al vóór de start van het DIWA-deelproject zelfstandig regelbare drainage met putten hadden geïnstalleerd om hun gedraineerde grond te reguleren, over hun positieve ervaringen. Een eerste stap om hun bedrijven beter voor te bereiden op droge periodes is gezet. Het DIWA-deelproject “Water vasthouden in het grensgebied” stelt hen nu in staat om samen met de projectpartners verdere maatregelen te ontwikkelen die zijn afgestemd op hun bedrijven. Ter plaatse konden de deelnemers zich een beeld vormen van de verschillende uitvoeringen van de gestuurde drainage.
Verschillen en overeenkomsten
Hoewel er verschil is tussen beide landen, zijn er ook duidelijke overeenkomsten. De historische ruilverkaveling heeft in beide landen grote invloed gehad, met meer sloten in het landschap. Nederland kent echter meer detailontwatering en grasland voor melkvee, terwijl in Duitsland de sloten minder talrijk maar dieper zijn. Daarnaast is er meer akkerbouw die een diepere ontwateringsdiepte nodig heeft dan grasland.
Benut de sponswerking van de bodem. Water vasthouden werkt het beste bovenin op de hogere gronden. Als je het daar laat lopen, ben je het water eigenlijk al kwijt. Op de lagere gronden kan wateroverlast snel weer aan de orde zijn. Waar in Duitsland veel wordt gekeken naar de percelen met onder andere gestuurde drainage, wordt in Nederland meer gekeken naar het watersysteem met onder andere de aanleg van stuwen. Beide zijn nodig en we zijn daar met het veldbezoek bewuster van geworden.
De inzet van een bodemkundige (adviseur bodem en water) is essentieel. In de gebiedspilot ‘water vasthouden in de grensstreek’ wordt deze deskundige gezamenlijk ingezet. Daarmee wordt niet alleen kennis uitgewisseld aan de keukentafel en in het veld, maar ook tussen de samenwerkende partners.
Overeenkomstig tussen beide landen is ook de toenemende aandacht voor de rol van de grondeigenaar voor het verdere afstemmingsproces. Het samen doen en leren is een belangrijk vertrekpunt. Zie het artikel Stappen zetten in de aanpak van droogte: geleerde lessen van Elke Druppel De Grond In.
Uit de uitwisseling met het veldbezoek blijkt dat je niet met een vooropgezet plan bij een boer moet aankloppen. Vanuit persoonlijk contact kijken we samen hoe de bodem en het watersysteem werkt én waar perspectief ligt. Pas daarna kun je kijken wat de juiste maatregel(en) op de juiste plek is(zijn). Veel aanwezige ondernemers bevestigen dat. ‘Goed overleg en contact zijn belangrijk, daarom ben ik hier ook vandaag’, zegt een aanwezige melkveehouder uit Beltrum.
Samen werken aan veerkracht
De aanwezige LTO Noord-bestuurder Henk de Gaaij (thema Bodem en Water, Gelderland) zegt geïnspireerd te zijn door de aanpak van het waterschap met agrarische ondernemers: ‘Ik vind deze persoonlijke, proactieve houding van Waterschap Rijn en IJssel een mooi voorbeeld van hoe de samenwerking tussen waterbeheer en agrarische ondernemers zou moeten zijn. Ieder vanuit een eigen belang – want er is best een spanningsveld, bijvoorbeeld over ecologie of bovengronds of ondergronds water vasthouden – maar met hetzelfde doel: ons wapenen tegen droogte.’ In de aanpak Droogte en wateroverlast in de Achterhoek en Liemers werken meerdere partners en grondeigenaren samen aan de klimaatopgave.
Het Waterschap Rijn en IJssel en Kreis Borken werken samen in het DIWA-deelproject ‘water vasthouden in de grensstreek’. Het DIWA-project maakt deel uit van het INTERREG-programma Duitsland-Nederland en wordt financieel ondersteund door de Europese Unie, het ministerie van Federale en Europese Zaken en Regionale Ontwikkeling van Nedersaksen, het ministerie van Economie, Industrie, Klimaatbescherming en Energie van Noordrijn-Westfalen en de provincies Gelderland en Overijssel. De subsidieregeling Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON) van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer maakt het boeren gemakkelijker en financieel haalbaar om water- en bodemmaatregelen te nemen. Meer informatie over het DIWA-deelproject ‘Water vasthouden in het grensgebied’ is te vinden op www.kreis-borken.de/wasserrueckhalt.
Samenwerking en financiering
Samenwerking en financiering In het Interreg-project DIWA werken de volgende tien partners met elkaar samen: waterschap Vechtstromen (Leadpartner), waterschap Rijn en IJssel, provincie Gelderland, Universiteit Twente, Kreis Borken, Kreis Steinfurt, Landkreis Emsland, Landkreis Grafschaft Bentheim, Vechteverband en de EUREGIO. Het Grensoverschrijdende Platform voor Regionaal Waterbeheer (GPRW) is de initiator van het DIWA project. Het project heeft een budget van ruim 6,5 miljoen euro, maakt deel uit van het INTERREG Duitsland-Nederland programma en wordt financieel ondersteund door de Europese Unie, het Niedersächsisches Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung, het Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie des Landes NordrheinWestfalen en de provincies Gelderland en Overijssel.
Meer informatie over het GPRW en het DIWA project: