Door Martin Borck
Vraag je een willekeurige bewoner uit de regio waar die op 13 mei 2000 was – grote kans dat die het nog weet. Want op die dag vond in Enschede de vuurwerkramp plaats. Ik kan het me goed herinneren: het was een dag met een stralend blauwe hemel, de zaterdag voor de deelstaatverkiezingen in Noordrijn-Westfalen.
Ik was in de binnenstad van Gronau bezig met het voorbereiden van de verkiezingsuitslagen op de redactie van de krant waar ik voor werkte. Rond 15:30 uur viel me iets merkwaardigs op: de ramen rammelden. Ik kon er geen chocola van maken. Tot ik een paar minuten later gebeld werd: in Enschede was iets ergs gebeurd. Ik ging meteen de deur uit en al vanuit de auto zag ik de enorme rookwolk van de branden, die de explosie teweeg had gebracht. Net als de luchtdrukgolf die acht kilometer verderop de ramen deed rammelen.
Er vielen drieëntwintig dodelijke slachtoffers. Bijna duizend mensen raakten bij het ongeluk gewond. Een hele wijk lag in de as. Een catastrofe.
Waarom ik in een Grensgeluk-column aan dit vreselijke voorval herinner? Omdat als er iets positief was aan de ramp, het wel de burenhulp was die als vanzelfsprekend zijn intrede deed: niet alleen Nederlandse reddingswerkers haastten zich naar Enschede, maar ook uit de omliggende Duitse steden kwamen de brandweer en technische hulpverleners, onmiddellijk en ongevraagd. Gewonden werden naar ziekenhuizen in het Münsterland en het graafschap Bentheim afgevoerd. Op veel plaatsen aan de Duitse kant van de grens werden acties op poten gezet om de buren in nood te helpen.
‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Hoe waar die uitspraak is, werd op de dag van de catastrofe en gedurende de weken die volgden nog maar eens bevestigd. De Duitse hulpvaardigheid maakte veel indruk op de Nederlanders. Talrijke brieven en mails stroomden binnen bij de gemeente Gronau en op onze redactie. ‘Beste buren,’ schreef iemand uit Enschede bijvoorbeeld, ‘”Tu etwas für Enschede” – dat een eenvoudige oproep zo’n geweldige reactie geeft onder uw bevolking is hartverwarmend. Zowel op zaterdag 13 mei 2000, de dag van de ramp, als ook in de daaropvolgende dagen heeft u met inzet, medeleven en actieve hulp een golf van warme menselijke genegenheid aan de slachtoffers, nabestaanden en bewoners van Enschede getoond. Dit medeleven met de bewoners van onze stad zal een blijvende, onuitwisbare herinnering blijken te zijn in de geschiedenis van onze stad.’
Iemand anders schreef in het Duits: ‘Jarenlang stonden wij in Enschede negatief en vijandig tegenover onze Duitse buren, maar nu weten we wel beter! We hadden ons geen betere buren kunnen wensen en ik hoop dat we hier als Nederlanders van zullen leren.’
De reddingswerkers aan beide kanten van de grens versterkten naar aanleiding van de ramp hun samenwerking, zodat ze tegen eventuele rampen in de toekomst gewapend zouden zijn. Duurzame buurschap zeg maar.
De mensen in Enschede bewezen ons een wederdienst. Bij de verkiezing voor ‘beste buren’ die in Nederland ieder jaar wordt uitgeschreven, werd Gronau gekozen. De stad werd beloond met Twentse krentenweggen en een concert van muziekvereniging Wilhelmina Glanerbrug.
Ik gebruik het woord trots maar heel zelden. Maar op die dag was ik het. Trots op mijn medebewoners hier in Gronau, maar ook op de mensen in Enschede, vanwege dat mooie gebaar.
Op blijvend goed nabuurschap!
Vertaald door Sarah Hewitt